De tweede lockdown deed mijn klimmen wederom geen goed. In januari, februari en maart klim ik helemaal niet. DB is dicht, Bleau is niet bereikbaar. Gelukkig verhuizen we precies in die periode, dus daar hebben we alle tijd voor. In april zijn we over en heb ik genoeg van het stilzitten. Mijn streven is om minimaal drie keer per week wat doen: hardlopen of klimmen onder de brug in Schiedam. Echt fit word ik niet van de boulders in Schiedam, maar een beetje bewegen doet me wel goed. En na een jaar zonder hardlopen, loop ik na een paar weken een nieuw PR op de 5 kilometer (21.46). Maar als uiteindelijk de hallen weer open gaan, ben ik blij dat het hardlopen en klimmen onder de brug voorbij is. Ondertussen zijn we ook weer twee weekjes in Bleau geweest. Ik ben niet in topvorm en de condities zijn niet optimaal midden in de zomer. Maar het is wel lekker om weer te bewegen op rots!



Enzo – La Main Bleue 7c
Sanne – La Théorie du Complot 7b+
Enzo – L’Atelier 8a
Enzo – Le Tri-Phasé 7c+
Sanne – Coup de Lune 7c
Enzo – Ill Niño 8a
Sanne – Furtivement 7c
Enzo – Tostaky 8a
We waren allebei in vorm in februari en keken uit naar de volgende trip in maart. Tot corona de kop op stak. Een paar dagen voordat we zouden rijden, gingen de grenzen dicht. De klimhallen volgden niet lang daarna. De eerste twee weken van de lockdown doe ik niks, maar uiteindelijk bedenk ik me dat als ik een beetje fit wil blijven, ik toch ook aan een balkje moet gaan hangen. Even lukt me dat nog twee keer per week, maar al snel wordt het minder en minder. Ik vind het moeilijk om mezelf te motiveren, omdat er geen uitzicht is op wanneer we weer kunnen klimmen.
Omdat ik de fysieke activiteit toch miste – op werkdagen zit ik ook al 8 uur per dag – besloot ik te gaan hardlopen. Ik had nooit gedacht dat ik het zou gaan doen. En al helemaal niet dat het nog best leuk is om te racen tegen de klok. M’n doel is om 5 kilometer zo snel mogelijk te lopen. In m’n achtste poging kom ik uit op 23:05, maar in de zeven keer dat ik daarna nog loop, kom ik er niet meer in de buurt. Gelukkig kwam niet lang daarna het bericht dat de grenzen weer open gingen!

Op papier is het seizoen voorbij, maar het bos explodeert. Als we op de laatste zondag van juni op de parking van Sabots aankomen, is het drukker dan met Pasen. Het is de hele week zo’n 23 graden met bewolking. Geen gekke temperaturen voor eind juni/begin juli. In de weken voorafgaand aan de trip klom ik één keer per week op Blok op Zuid. M’n huid is inmiddels wel weer iets gewend, maar de inhoud is er totaal niet. Een uurtje boulderen is al lang. En ook dan begint m’n huid toch pijn te doen. Hoge verwachtingen heb ik dan ook niet. Ik wil gewoon zoveel mogelijk klimmen. Sanne ook. Ze doet iedere dag wel iets. Ik heb om de twee dagen toch echt een rustdag nodig. Alles doet pijn en dat is heerlijk!

En nu maar hopen dat het goed blijft gaan. Dat de grenzen open blijven. En dat we na de zomer naar het bos kunnen blijven gaan.
Op papier is het de moeilijkste boulder die ik ooit klom. Of het echt 8b+ is? Ik denk het niet. Het voelde niet moeilijker dan Bleu Sacré. Bovendien, sinds Yume geboren is, klim ik nog maar drie uur per week. Dat kan toch niet genoeg zijn?
Eind 2017 probeerde ik Mécanique Élémentaire voor het eerst, samen met Michiel. Het was de laatste middag van de trip. Een paar dagen later zouden we voor drie maanden naar de VS gaan. Op dat moment vond ik dat bijna jammer. Een nieuw hard project, dat binnen m’n mogelijkheden lag…
Toch ging ik niet meteen terug. Pas in maart 2019 sta ik weer onder het dak. Narcotic Direct lukt me dan snel en ik probeer weer de passen van Mécanique. ‘Als ik ooit een 8b+ kan klimmen, is het deze’, zei ik toen tegen Sanne. Toch had ik niet de motivatie om door te zetten. Misschien omdat het seizoen weer op z’n einde liep. Of omdat 8b+ in m’n hoofd toch heel erg moeilijk is? De timing was telkens net verkeerd.
Afgelopen week besloot ik om op de eerste dag van de trip weer naar het dak te gaan. Ik wil serieus werken in de eerste passen. Als ik die binnen een dag kan, zou ik doorzetten. En anders eieren voor m’n geld kiezen. Fédéraclure en Orange Juice staan immers ook nog op m’n lijst.
En jawel, de eerste passen lukken. Omdat Jour de Chasse een gedeelde start heeft met Mécanique en iets makkelijker is, besluit ik die eerst te doen. In m’n tweede echte poging ben ik ervan overtuigd dat ‘ie gaat lukken. Maar ik mis de rand nét. En terwijl ik verwacht dat m’n voeten onder me komen om te landen, blijft m’n voet hangen in de voetverklemming. Head first naar de pads en m’n enkel en knie krijgen een flinke klap. Jour de Chasse gaat ‘m niet meer worden. Maar gelukkig kan ik nog wel verder werken in z’n buurman.
We waren negen dagen in Bleau. Daarvan klim ik er slechts vier. Intensieve en lange sessies in het dak. Uren achter elkaar klimmen, dat had ik lang niet meer gedaan. Daar tussenin rustdagen – al dan niet gedwongen door m’n enkel. Op den duur schrijf ik Chasse helemaal af voor de week. En hoe meer ik in Mécanique werk, hoe verfijnder m’n beta wordt. Op vrijdag kom ik er nog een keer na de zwaai uitzetten. Tot m’n schrik heb ik een kleine split in m’n linker wijsvinger. Een half uur later probeer ik het met tape. Alle microbeta is zo goed geprogrammeerd in m’n hoofd, dat ik zonder heel veel moeite weer tot het einde kom. Maar helaas, het is op.
Een dag later valt de spierpijn mee. Ik weet dat één poging genoeg kan zijn. En misschien ook wel móet zijn, want ik voel me toch nog moe. Gelukkig verloopt alles volgens plan. Opwarmen op het hangboard in de garage, doorwarmen in de uitklim. M’n beta nog één keer een klein beetje aanpassen. En dan de poging. Die gaat vlekkeloos. Na drie jaar weer een 8b. Plus?
Na Bleau in oktober sloeg de griepgolf toe. Eerst heeft Yume koorts, daarna ik, en daarna Sanne. De halve maand oktober en de halve maand november zijn we ermee in de weer. Geen moment voel ik me echt fit. Daardoor klimmen we heel weinig in DB. De week Bleau in november is ook nog vrij nat én ik ga halverwege de week snoeihard door m’n rug. Weinig nieuws, dus. Gelukkig ging het snel beter met m’n rug en mid- november tot mid-december lukt het om twee of drie keer per week naar de hal te gaan. Per klimavond hebben we allebei dan anderhalf uur; niet ideaal, maar meer dan niets. De fitheid komt snel terug en met vrij goede condities in de laatste week van december, kan ik daar de vruchten van plukken in het bos.
Eerst maak ik Toundra assis af. Dat had al in november moeten gebeuren, als ik toen niet door m’n rug was gegaan. Een dag later lukt Genesis snel. Net geen 8a meer, door nieuwe beta. Énergie Collective is de eerste echte 8 die ik klim sinds maart. Ook die lukt snel. Fijn om me weer fit te voelen, maar de snelheid geeft me toch niet zoveel voldoening. Had ik dan toch voor wat moeilijkers moeten gaan? Keuzes maken op deze korte dagen valt niet mee. Sanne en ik verdelen de kostbare klimuren die er zijn – we kiezen boulders uit die bij elkaar in de buurt liggen – en het is Yume die het uiteindelijke tempo bepaalt. Gelukkig is het niet heel koud en heeft hij het goed naar z’n zin in het bos. En dat is tegenwoordig belangrijker dan welke boulder dan ook.

Ook Sanne gaat goed. Colonne Plinienne had ook al in november moeten gebeuren, maar de regen zorgde toen voor uitstel. Terwijl Yume ligt te slapen, klimt Sanne ‘m nu snel. Daarna heeft ze haar oog laten vallen op Mine de Rien. Ook die treffen we eerst nat aan, maar een dag later zijn de condities goed. Na een korte warm-up lukt het in de eerste poging. Colonne Plinienne voelde veel moeilijker…
Al met al was het een goede decembertrip. Uitzonderlijk goed weer voor een kerstvakantie, voor het eerst sinds lange tijd weer wat moeilijkere boulders, en vooral een hele tevreden Yume.

In de week voordat we naar Bleau gaan, voel ik me niet helemaal fit. Maar uitrusten is er niet echt bij. Het begint al op de heenweg. Bij een tankstation in België start onze auto niet meer. Ik denk dat het de startmotor is. Gelukkig zit de tank vol en kunnen we ‘m aanduwen. We stoppen niet meer tot we in Bleau zijn. De volgende dag (na meerdere keren duwen met z’n tweeën) kunnen we terecht bij een garage. Daar is het euvel gelukkig snel verholpen. De accu moest vervangen worden. In de namiddag klimmen we nog een paar uurtjes. Die avond staan Barti en Tabea met hun zoontje Marlon (drie maanden ouder dan Yume) op de stoep. Ze komen voor een week bij ons langs. Drukke boel! Het weer is redelijk – bijna iedere dag kunnen we wel iets doen – maar op gang komen met twee kinderen in huis duurt altijd even. Toch maken we vrij lange dagen. Zeker als het in de ochtend nog regent, zijn we vaak tot een uur of zeven in het bos. Echt projecten zit er deze keer niet in; iedere dag doen we een ander gebied aan. Maar Fédéraclure en Perspective Matérialisée direct staan erbij op het lijstje. Die laatste boulder probeer ik samen met Paul – een hele toevallige leuke weder-ontmoeting, na maanden samen klimmen in de VS in 2011 (en 5 minuten bijpraten in Squamish in 2016). De volgende keer missen we elkaar net. Hij heeft een maand in het bos, wij zijn er over een maand weer. Plannen genoeg!







Op 30 mei werd Yume geboren. De afgelopen maanden waren druk, maar vooral heel erg leuk. Klimmen stond op een laag pitje, maar ik miste het totaal niet. De eerste zes weken na de geboorte nam ik meteen m’n zomerstop. Sinds half juli lukt het weer om twee of drie keer per week naar de hal te gaan. Yume mee en om de beurt snel een rondje klimmen.
In de laatste week van Sanne’s verlof nemen we ‘m voor het eerst mee naar Bleau. Het is iedere dag boven de dertig graden – pittig voor de heenreis, we hebben geen airco – maar eenmaal in het bos trekt Yume het prima. Lekker in z’n blote bast slapen tussen de boulders, een beetje lachen met Mirjam en ‘trainen’ met Ima en Colum, die voor twee weken in Europa zijn.
Handjes genoeg dus, dit keer. Ben benieuwd hoe het is als we straks met z’n drieën in Bleau zijn. Gelukkig gaat zelfstandig slapen steeds beter, maar echt mobiel zijn we niet meer. En ook het tempo ligt vast wat lager. Dat wordt vooral projecten, verwacht ik.





Warm, niet veel moeilijks wel wat moois, bezoek van Ben en Emily – vijf jaar na onze tijd in de Grampians, blauwe boulders voor Sanne – met nog zes weken te gaan. Dit was écht de laatste keer dat we met z’n tweeën naar Bleau reden! Het seizoen zit er ook op. Vanaf augustus waren dat 63 dagen in Bleau. Ik klom precies hetzelfde aantal boulders van 7a en moeilijker, waaronder 5x 7c+, 2x 8a en 1x 8a+. In teller staat nu op 1176.





De laatste volle week Bleau met z’n tweeën, dat is duidelijk. Sanne klimt alleen wat boulders in de kindercircuits van Rocher du Télégraphe en Darvault; meer is op korte termijn zeker niet mogelijk. Daardoor heb ik veel tijd voor nieuwe projecten. Ik probeer veel, maar veel lukt ook niet. Het maakt me niet heel veel uit. Het weer is heerlijk en alle vooruitzichten zijn goed :-)
In 2009 klom ik voor het eerst op de Jet7’s van Five Ten. De meningen zijn erover verdeeld, maar ik vind het nog steeds een topmodel. Na een paar jaar gingen ze uit de collectie. Er kwamen goede opvolgers. Toch besloot ik om één paar te bewaren. Bijna tien jaar later trok ik ze weer uit de kast…
Met een bolle buik babyklimmen in Rocher du Télégraphe
Eigenlijk stond m’n hoofd niet eens echt naar een weekje Bleau. Een kind op komst, een nieuw huis waar vol aan verbouwd wordt en drukte op m’n werk vullen m’n gedachten. Daardoor komt klimmen even op de tweede plaats. Ik heb niet echt projecten en ben ook niet heel gemotiveerd om ze actief te zoeken. De week begint ook nog eens nat… Maar na het eerste weekend is er een kantelpunt. In het weer en in m’n hoofd. Ik heb wat kortetermijndoelen bedacht, en zodra die lukken geeft me dat nieuwe motivatie. Daar kan ik op door. Fijn om weer eens achten te klimmen. Weer eens te ervaren hoe goede condities ook alweer voelen. En om een paar nieuwe dikke sterren te doen. M’n hoofd zit voor even weer helemaal in Bleau. Dat is ook wel weer eens lekker!



Ver afblokken in Lumière du Rocher. Wie had gedacht dat er op dit pleintje nog een 8a bij kon!