Nieuwe auto

On 22/03/2014, in blog, by Enzo

Dat ging sneller dan verwacht: op onze eerste dag in Perth vonden we een auto! Na een ochtendje surfen op Gumtree en een aantal telefoontjes, konden we diezelfde avond voor een kleine 2.000 euro een Mitsubishi Express uit 1994 kopen. Nou hopen dat ie ons naar de andere kant van het land wil brengen én dan we ‘m daar voor een mooi prijsje weer kunnen verkopen!

40

Achter de schuifdeur zit een bank/uitklapbaar tweepersoonsbed en achterin een tafel om op te koken. Perfect!

 

Zuidereiland Noord

On 16/03/2014, in blog, by Enzo

Net zoals eind januari regent het als we vetrekken uit Castle Hill. Voor de tweede keer komen we de regenachtige Arthur’s Pass over. En via de Pancake Rocks rijden we richting Takaka. We hebben een dag of vijf voordat we de Coast Track gaan lopen en de Golden Bay ligt er om de hoek. Misschien kunnen we zelfs wel een dagje touwklimmen in Paynes Ford – volgens mij één van de grootste sportklimgebieden van Nieuw Zeeland.

27

De Pancake Rocks in onstuimig weer.

En jawel, aldaar leek ons een dagje touwklimmen een goede dagbesteding. Gordeltjes hebben we mee. Touwen en setten huren we voor een dag. De laatste keer dat ik me inbond om setjes te klippen was ruim twee jaar geleden. En dat waren 6b’s in Berdorf… Ja, routes klimmen is hard werken. Ik was het even vergeten, maar we worden allebei met de neus op de feiten gedrukt. Het gaat niet om de moeilijkheid, maar om de meters: na het derde setje zitten m’n armen gewoon vol. Of het nou een 6b of 7b is. Een 6c onsight zit er niet in (twee blokjes). Ondanks de vorm stap ik later die dag een 7c in. Van setje naar setje zijn het nog geen 6a bouldertjes. Maar alles achter elkaar… Toch neem ik me voor de route in de tweede poging te klimmen; één keer op m’n tandjes bijten om er maar vanaf te zijn… Dat was ik gelukkig nog niet verleerd.

Een domper was m’n hamstring. Door selectief boulders uit te zoeken, kan ik nog aardig wat klimmen. Maar in overhangende routes is er geen ontkomen aan. Continu trekken om je zwaartepunt bij de wand te houden. Ik merkte weer hoeveel last ik ervan had… En dat baart me zorgen voor Australië. Eén ding is duidelijk: de Wheel Of Life kan ik wel vergeten.

Gelukkig was de Abel Tasman Coast Track niet zo steil. M’n hamstring trok het redelijk; in vier dagen zo’n zestig kilometer langs mooie baaien met het helderste water. Alsof we al in Indonesië waren. We doen het rustig aan, maar komen toch vaak vroeg op de kampeerplekken aan. Dus de rest van de dag chillen we aan het strand.

28
Abel Tasman; helder water…

29
Mooie stranden…

30
En af en toe een oversteek goed timen (sommige baaien kun je alleen met laag water oversteken).

De dagen na de wandeling hielden we het weer goed in de gaten. We wilden een paar dagen gaan kayakken in de Marlborough Sounds. Na een paar slechte dagen en een detour via de Nelson Lakes, stonden er twee goede en twee redelijke dagen in het vooruitzicht. Precies wat we nodig hadden.

31
Nelson Lakes National Park. Het contrast met Abel Tasman kon niet groter; van tropische stranden naar alpine hoogtes binnen 100 kilometer. Op de Robert Ridge hebben we zelfs onze donsjassen nodig!

Na een uitgebreide safety briefing (wat te doen als je omslaat etc.) peddelen we de haven van Picton uit. De zon scheen en de wind stond goed. Zó goed dat we al snel besloten om verder te peddelen dan ons oorspronkelijke plan. Maar door een kleine misinterpretatie van de kaart (alle baaien zien er hetzelfde uit) belanden we uiteindelijk na acht uur peddelen op het meest afgelegen stuk van de Queen Charlotte Sound: Cannibal Cove. De naam zegt genoeg…

We zijn kapot. Eten, tentje opzetten en in slaap vallen, het doet allemaal pijn. Onze schouders, biceps en aanhechtingen staan in brand. Alsof we een week week non-stop in Castle Hill hebben geklommen, maar dat maal vijf. Alleen stil liggen is aangenaam. Twee paracetamols helpen. Uiteindelijk vallen we in slaap…

32
Het weer is perfect als we vertrekken vanuit Picton.

33

Pas acht uur later komen we aan in Cannibal Cove, waar de zon al lang niet meer schijnt.

De volgende ochtend zijn we (gelukkig!) verbazend goed hersteld. Een beetje pijn hebben we nog wel, maar peddelen lukt aardig. In drie uur varen we naar Blumine Island, waar we onze tweede nacht doorbrengen. Een fantastische en wederom heerlijk rustige plek. Doordat er op het eilandje geen possums en andere roofdieren zitten, komen er bijzondere vogelsoorten voor. En dat hoor je!

Op dag drie gaat de wekker om zes uur. Het is nog donker buiten. Maar in de vroegste uurtjes is het water altijd spiegelglad. En dat vaart toch een stuk lekkerder! We koersen naar Ratimera Bay. Onderweg zien we in de verte dolfijnen spelen. Maar daar bleef het niet bij…

34
Chillen op Blumine Island.

35
Om zeven uur ’s ochtends zijn er nog geen golven!

Net na ons avondeten – het was een uur of zeven – trok een groep van misschien wel honderd (Sanne zegt 75) dolfijnen Ratimera Bay in. Een half uur lang zien we ze spelen vanaf het strand. Totdat we op het idee komen om de zee weer op te gaan. In twee minuten hebben we ons kayaktenue weer aan, ligt de boot in het water en peddelen we richting de spelende dolfijnen. Ik schrik me kapot als we dichterbij zijn dan ik dacht, en een flinke dolfijn vlak voor onze boot boven water komt om adem te halen. Nu zijn we echt dichtbij! De eerste tien minuten houden ze zich relatief rustig, maar daarna is het ijs gebroken. We zijn omsingeld en krijgen een anderhalf uur durende privéshow, waar we zelf onderdeel van zijn. Als wij beginnen te peddelen zwemmen ze met ons mee. De dolfijnen duiken met z’n vieren tegelijk synchroon uit het water, achtervolgen elkaar onder onze boot door en maken salto’s nog geen twee meter voor ons. Wow!

Op dag vier hoeven nog maar een klein stukje. Terug naar Picton. We slapen wat langer door en om half negen zitten we in de boot. De wind is ons minder goed gezind, maar we zijn al begonnen met nagenieten van de fantastische dagen.

En toen hadden we ineens nog maar tien dagen Nieuw Zeeland over. Na een rustdag rijden we terug naar de Nelson Lakes, waar we een tweedaagse wandeling doen. Voor de verandering slapen we in een hut. Onze tent en slaapmatjes hoeven we niet mee te nemen. En dat scheelt een hoop gewicht! Via de Robert Ridge – waar we eerder ook al op hadden gelopen – lopen we nu dóór, naar de Angelus Hut.

37
Op de vroege ochtend is niet alleen de zee spiegelglad. Ook Lake Angelus heeft geen rimpeltje.

38

Als we op dag twee vertrekken vanaf de Angelus Hut schijnt de zon volop. Maar na een flinke afdaling lopen we de rest van de dag onder zware bewolking.

Met nog een week te gaan, reden we via de Lewis Pass en de Hanmer Springs terug Castle Hill. Daar klommen we twee dagen in prachtig weer. Een goede afsluiter.

39
Okiniwa Steel V8 kon ik nog aan het lijstje toevoegen.

De aankomende dagen spenderen we in en om Christchurch. Donderdag de 20e vliegen we naar Perth. Daar hopen we snel een auto te kopen. En dan touren we in een week of drie, vier richting de Grampians. Nu alleen nog hopen dat het vuur daar tegen die tijd een beetje gedoofd is