Begin februari ben ik een weekend in Bleau met m’n ouders. Voornamelijk om te helpen klussen; de keuken is het laatste dat we nog moeten aanpakken na de overstroming in juni vorig jaar. Ik kom één middag aan klimmen toe. In Apremont probeer ik Taipan. Anderhalf jaar geleden had ik ‘m al eens kort geprobeerd en nu had ik goede hoop ‘m in één sessie te klimmen. De uitklim is een op zichzelf staande 7b. Een hele harde. Maar als ik de methode heb en ik durf door te zetten – de afsprong is een beetje spannend – lukt het snel. De beginpassen van Taipan leveren ook geen problemen op. En dan, poging na poging kom ik eruit op de mantle. In m’n beste poging sta ik al bijna op het blok als m’n voet zipt. Poging na poging. Tot ik te moe ben om ‘m af te maken…

Werken aan een nieuwe keuken.

Gelukkig ben ik een week later weer in het bos.

Op dag één is het mistig en vochtig. Taipan – een noordwandje – zal wel nat zijn. We kiezen daarom voor Mont Pivot, waar Sanne Pancras wil checken. Die is mooi droog! De volgende dag is het weer mistig, maar het trekt al vroeg open. Een hele mooie dag. Toch ga toch naar het noordwandje van Taipan, waar géén zon komt. Het begingreepje is vochtig, de rest krukdroog. De mantle lukt snel nog een keer. Maar als ik wil instappen, knal ik van het begingreepje. Toch de nat? Ik hoef maar één keer door de beginpas te komen om ‘m uit te klimmen… Dat lukt, maar ik strand met een klamme hand op de mantle. Dat motiveert niet. Ik kan beter stoppen en iets anders gaan doen. Zeker op zo’n mooie dag.

Werken in Taipan. Dat had eigenlijk afmaken moeten zijn…

Sanne leest een boek in de zon, terwijl ik de nieuwe boulders Sauruman en Miss Tick bekijk. Sauruman ziet er mooier uit, maar Miss Tick heeft meer grepen. Om weer een beetje warm te worden, kies ik voor die tweede. En als steeds meer passen lukken, zet ik door. Na zo’n anderhalf uur werk sta ik op het blok. Niet onaardig, maar Sauruman zal wel mooier zijn. Die heb ik nog te goed. Rond vier uur stapt Sanne – warm geworden door de zon – Noir Désir in. Wederom een goede werksessie.

Op zondag is Cuisinère droog. Sanne probeert Footrix; afmaken lukt niet. Ik heb hoop op Taipan. Maar de begingrepen zijn nog steeds een klein beetje klam. En wederom kom ik met een licht vochtige hand op de laatste sloper aan. Dat gaat toch echt niet. Er zit niets anders op dan terug te komen als het een keer echt droog is. En ‘m dan snel intikken.

Werken in Footrix.

De laatste twee dagen van onze vijfdaagse trip zijn bewolkt. Af en toe valt er een spatje regen. Alleen op Rempart vinden we droge blokken. Sanne – het hele weekend al in de werkmodus – spendeert twee middagen in Big Golden. Ik hoop op beter weer in maart. Want naast Taipan, wil ik ook wel eens kijken in Elephunk.