Toen Yume geboren werd, klom ik een tijd lang helemaal niet. Maar na de geboorte van Nuno lukt het me om eerst één en later twee keer per week (anderhalf uur) te klimmen. Ook de geboorteverlofregeling is – bijna vier jaar later – een stuk beter. De zes weken geboorteverlof splits ik op in twee keer drie weken. Eerst drie weken na de geboorte. En daarna nog drie weken op het eind van Sanne’s verlof, die we voor een groot deel in Bleau doorbrengen.

Vooral rustig aan doen, tijd samen doorbrengen. En maar zien wat er wel en niet kan met twee jongens. Dat was de insteek van de trip. Toch hoop ik in het begin van de trip nog wel op wat moeilijke boulders, omdat ik me naar omstandigheden redelijk fit voel. Ik probeer het een en ander in de eerste anderhalve week, maar merk dan dat ik toch vrij moe ben. Ook ontbreekt me de focus om er echt voor te gaan. Gelukkig kan ik me er vrij gemakkelijk bij neerleggen en kom ik terug in de modus ‘maar zien’.

Naarmate de weken vorderen – ze schieten voorbij – wordt het weer ook slechter. Als het niet regent, is het warm en vochtig. Toch kunnen we vrijwel iedere dag íets doen. Nuno doet het goed in het bos. Yume vermaakt zich ook goed. En klaagt nauwelijks over het feit dat hij nu alles zelf moet lopen. Sanne had zich als doel gesteld om drie 7a’s te klimmen. Dat worden uiteindelijk acht 7’s, met op de laatste dag zelfs nog een 7c.

