Afgelopen seizoen was het eerste waarin we gebonden zijn aan schoolvakanties. Gelukkig kunnen we iedere vakantie in Bleau zijn. Ook hebben we veel tijd in de zomervakantie. Vijftien jaar geleden moest ik er niet aan denken om in de hitte in Bleau te klimmen, maar mijn mindset is veranderd. Nu hébben we tijd, dus moeten we er gebruik van maken. Ook al is het warm; als je vroeg in het bos bent is er echt veel mogelijk.
Ascendência stond nog steeds hoog op mijn todo-lijst. Voor deze boulder blijkt vroeg opstaan toch niet te werken. De temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn in de eerste week vrij groot en dat veroorzaakt lichte condens in de vroege ochtend. Ik had het al een keer in april ervaren, maar zelfs in de droge julimaand is de wrijving op deze boulder niet goed in de ochtend. De vijfde trip naar deze traverse loopt dus op niks uit. Twee dagen later – klimdag 3 – waait het opeens onverwachts hard. Ondanks dat ik moe ben, ga ik in de avond terug. Voor het eerst weer sinds april kan ik fatsoenlijk klimmen in de boulder. Dat voelt goed. Ik heb twee goede pogingen, maar afmaken lukt nog steeds net niet. Een hittegolfje volgt, met temperaturen van rond de dertig graden. Ascendência parkeer ik even. Als ik dit in de zomer wil klimmen moet alles samenkomen. De condities van de boulder én mijn condities… Gelukkig lukken andere boulders wel. Ik haal veel voldoening uit Icy Violence, die ik op een avond in m’n eentje klim. Ook Sanne klimt een aantal mooie dingen, zoals Mégalithe.
Een dikke week later kies ik toch weer voor een ochtendsessie in Ascendência. De dag ervoor heeft het flink gewaaid, de nacht wordt koel en ik heb een paar dagen niet of nauwelijks geklommen. Voor de zevende keer naar de boulder. Ik ben iets later vertrokken; de boulder ligt toch tot het middaguur in de schaduw en ik heb goede hoop. Maar eenmaal bij de boulder valt de wrijving wederom tegen. Losse passen geen probleem, maar na twee passen is het magnesium van m’n handen. Ik besluit toch nog even te blijven en heel rustig aan te doen. Nog één keer verander ik m’n beta voor het einde. Pas rond 10.30 uur besluit ik een ‘alles of niks’-poging te doen. Als ik er snel uitval weet ik dan het kansloos is. Maar misschien kan ik wel iets afdwingen; ik heb immers drie rustdagen gehad. Met heel veel moeite kom ik tot het einde, maar weet het – ondanks de nieuwe beta – net niet af te maken. De poging geeft wel hoop. Dus ga ik door. Twee keer klap ik hard van de greepjes af waarmee ik eerder geen problemen had. Poetsen, ventilatortje erop… Rond 12 uur de laatste poging, nummer vier van de dag. Weer door de eerste crux. Focus en door. Voor de tweede keer bereik ik de kneebar op het einde. Maar waar ik het in april daarna nog weggaf, weet ik dat het nu gaat lukken. Een langer project dan verwacht. Een traverse zelfs. Maar wel een hele mooie.


Na de twee weken Bleau in juli zijn we twee weken thuis om te werken. En in augustus zijn we weer twee weken terug. Ik heb m’n zinnen gezet op Mundaka, die ik op de laatste (regen)dag in juli met Yume was gaan zoeken. Geen kindvriendelijke omgeving, dus ga ik twee keer in de vroege ochtend alleen op pad. De boulder eindigt in een soort crack met een honingraadstructuur met rare pockets. Eigenlijk niks voor mij. Maar al snel vind ik een methode om de pockets te vermijden en klim ik de boulder in twee delen. De motivatie om het af te maken in de zomer ontbreekt echter. Eerst is het heel heet, dan weer vallen er regelmatig wat buien. Ik heb weinig zin om het goede moment af te wachten. Liever nog wat andere boulders.
De zitstart van Mastodon lukt verbazend snel en voelt als 7c. Le Chasseur is een mooie nieuwe 7c. Ingenuity blijkt een rechttoe-rechtaan halboulder. En La Princesse 7b leek me net wat te spannend in m’n eentje…
